Borstsparende operatie

Borstsparende operatie

We spreken van een borstsparende operatie als een deel van de borst wordt verwijderd. Dit is mogelijk bij ongeveer twee derde van de borstkankerpatiënten.

Of je in aanmerking komt voor een borstsparende operatie, hangt af van een aantal factoren:

  • De grootte van de tumor (ook in verhouding tot de borst)
  • Cosmetisch resultaat na de operatie
  • De locatie van de tumor in de borst
  • Of de borst bestraald kan worden/ al eerder is bestraald
  • Of er sprake is van erfelijke aanleg voor borstkanker
  • Je leeftijd

Borstsparende operatie, zo gaat dat

Tijdens deze operatie maakt de chirurg een snee in de huid. Via deze snee wordt de tumor verwijderd. De chirurg snijdt daarbij ook een stukje gezond weefsel dat rond de tumor ligt weg. Zo is de kans op schone snijvlakken het grootst. De tumor is niet altijd te voelen en in principe niet zichtbaar tijdens de operatie.

Soms worden tijdens deze operatie ook een paar lymfeklieren verwijderd. Dit is de schildwachtklierprocedure.

De tumor en wat omringend weefsel wordt verwijderd bij een borstsparende operatie, de rest van je borst blijft intact. Als het nodig of wenselijk is, kan de (plastisch) chirurg de vorm van je borst herstellen.

Plastische chirurgie bij borstsparende operatie

Bij een borstsparende operatie kan de vorm van je borst veranderen. De chirurg vertelt je voor de operatie hoeveel borstweefsel er wordt weggehaald en hoe je borst er dan (waarschijnlijk) uit zal zien.

Om de vorm van je borst te herstellen, zijn er verschillende opties: je kunt je borst laten opvullen met eigen weefsel (van een andere plek op je lichaam), of je borst in zijn geheel kleiner laten maken. Om ervoor te zorgen dat je beide borsten er hetzelfde uitzien, kan het nodig zijn om ook je andere borst te laten verkleinen. Dit zijn oncoplastische operaties, die kunnen door een chirurg of een plastisch chirurg worden uitgevoerd.

Informeer bij je zorgverzekering of oncoplastische chirurgie wordt vergoed.

Markering van de tumor

Soms is de tumor niet te voelen. De chirurg markeert dan de plek waar de tumor, zodat hij of zij weet welk stuk van de borst geopereerd moet worden. Het markeren kan op verschillende manieren:

  • een radioactief zaadje (jodiumbron)
  • een radioactieve ‘speurstof’
  • een metalen draad
  • Magnetisch zaadje

De chirurg brengt de markering een dag voor de operatie in de borst.

Onderzoek van de tumor

Het tijdens de borstsparende operatie verwijderde borstweefsel wordt onderzocht door een patholoog. Dit verslag geeft informatie over het stadium van de borstkanker en welke andere behandelingen eventueel nodig zijn.

De patholoog kijkt ook of er kankercellen in de snijranden zitten. Zijn de randen schoon? Dan is het gelukt de tumor te verwijderen. Toch is bestraling van de borst nog bijna altijd nodig, omdat er losse kankercellen achtergebleven kunnen zijn in de buurt van de tumor. Zijn de snijranden niet schoon, dan kunnen een tweede operatie of extra bestralingen nodig zijn.

Steun
Pagina

Steun ons

Draag je Borstkankervereniging Nederland een warm hart toe? En wil je ons steunen? Dat kan. We zijn met alle vormen van hulp enorm blij!