Na de reconstructie
Na de reconstructie
Als de reconstructie eenmaal is uitgevoerd, ben je er nog niet. Hier lees je meer over nazorg, herstel en eventuele complicaties.
Nazorg bij borstreconstructie
Hoe lang je na een borstreconstructie in het ziekenhuis moet blijven, hangt af van de methode die is gebruikt. Houd rekening met een opnameduur van een paar dagen tot ongeveer een week. Hoe lang het herstel duurt, is afhankelijk van welk type borstreconstructie je kiest. Sommige vrouwen voelen zich na een paar weken de oude, bij anderen duurt dit een paar maanden.
Littekenbehandeling en fysiotherapie
Na een borstreconstructie kun je last hebben van littekenvorming of pijn, soms over de hele huid van de borst(en). Een doof gevoel komt ook voor, net als vochtophoping. Om de genezing van de littekens te bevorderen, kun je littekencrème of –olie gebruiken. Als het goed is, gaat pijn uiteindelijk weer over. Als het je functioneren belemmert, kun je aan je behandelend arts vragen wat je ertegen kunt doen. Veel vrouwen met een borstreconstructie komen in aanmerking voor fysiotherapie, met name voor de schouders. Dit kan ook door de plastisch chirurg worden voorgeschreven.
Zorgplan
Als het behandeltraject bij de plastisch chirurg ten einde is, kun je hem of de verpleegkundig specialist vragen een zorgplan op te stellen. Hierin staat het moment waarop de behandeling voltooid is, de gevolgen van de behandeling, de afspraken over nazorg en nacontrole en de blijvende aandachtspunten. Ook wordt hierin beschreven welke taken en verantwoordelijkheden bij de plastisch chirurg horen en welke bij de huisarts.
Verwerken
Na een borstreconstructie voelt je nieuwe borst anders; soms wat kouder en harder en hij ziet er anders uit. Neem de tijd om rustig aan je lichaam te wennen. Het is normaal als je je niet meteen prettig voelt in je lichaam. Als het je veel moeite kost om je veranderde uiterlijk te accepteren, kan een maatschappelijk werker of psycholoog je hierbij helpen.
Kapselvorming
Een prothese is lichaamsvreemd en veroorzaakt daarom altijd kapselvorming. Dit betekent dat er littekenweefsel rondom de prothese ontstaat. Na acht tot tien jaar heeft ongeveer 5 tot 25 procent van de borstreconstructiepatiënten last van kapselvorming. Dit is op zich geen probleem, tenzij het kapsel gaat samentrekken. De borst kan dan hard en pijnlijk aanvoelen. De prothese moet dan worden vervangen. Tegenwoordig hebben protheses een ruw oppervlak, waardoor kapselvorming minder snel ontstaat.
Scheuren
Borstimplantaten kunnen, net als andere medische hulpmiddelen, kapot gaan. Als een siliconen borstimplantaat scheurt, komt de gel rondom het implantaat terecht. In minder dan 10 procent van de scheuren kan de gel uit het kapsel ontsnappen en in het omgevend weefsel of in de lymfklieren in de buurt terechtkomen. Microscopisch kleine siliconendeeltjes kunnen ook in andere delen van het lichaam terechtkomen. Als een implantaat scheurt, kan dit leiden tot lokale ontstekingsreacties, maar het is niet overtuigend aangetoond dat dit een effect heeft op de algemene gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat na acht tot tien jaar 14 tot 27 procent van de borstreconstructiepatiënten een gescheurde prothese heeft. Na zeven jaar is dit 9 tot 18 procent. Beschadigde of gescheurde implantaten kunnen niet worden gerepareerd. Borstimplantaten kunnen slijten en gaan niet gegarandeerd een leven lang mee. Daarom kan in de toekomst een operatie nodig zijn om het implantaat te vervangen.
Zweten van siliconen
Na verloop van tijd kunnen kleine hoeveelheden materiaal van de siliconengel de buitenste laag van het implantaat passeren. Dit noemen we ook wel 'zweten'. Het materiaal blijft wel in het kapsel zitten. Dat is het vlies dat het lichaam aanmaakt rond het implantaat. Dit draagt mogelijk bij aan meer kapselvorming.
Heroperaties
Er zijn verschillende redenen die het resultaat op lange termijn beïnvloeden. Het is bijvoorbeeld onbekend hoe het weefsel zal reageren op implantaten en hoe de wond zal genezen na de operatie. Een nieuwe operatie kan nodig zijn om borstimplantaten te vervangen, of om het resultaat van de operatie te verbeteren. Je kunt ervoor kiezen om advies te vragen om de borstimplantaten te laten verwijderen en te laten vervangen door lichaamseigen weefsel. Ook bij complicaties kan een aanvullende operatie of andere behandeling nodig zijn.
Welke controles zijn zinvol?
Vrouwen die na een borstamputatie een volledige reconstructie hebben gekregen met behulp van een borstimplantaat, hoeven van de gereconstrueerde borst geen mammografie te laten doen. Er is hier immers geen borstklierweefsel meer aanwezig. Als er specifieke klachten van deze borst zijn, zal eerder een echografisch onderzoek of een MRI scan worden gedaan.