Nazorg vanuit patiëntenperspectief
Nazorg vanuit patiëntenperspectief
Samen met ervaringsdeskundigen maakten wij een 10-puntenplan voor nazorg. In dit plan geven we verpleegkundigen tien tips over hoe goede nazorg eruit moet zien. Tijdens de nazorg is het belangrijk dat de verpleegkundige patiënten handvatten geeft, zodat zij de eigen regie over hun leven weer zelf op kunnen pakken.
1. Begin de nazorg met een goed gesprek
Neem de tijd om wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden over nazorg naar elkaar uit te spreken. Maak heldere afspraken over de wijze waarop je nazorg voor de individuele patiënt gaat inrichten.
2. Zorg voor een vast contactpersoon
Borstkanker kan verschillende emoties en praktische problemen met zich meebrengen. Het is daarom fijn als patiënten contact kunnen houden met een vast contactpersoon in het ziekenhuis; iemand bij wie ze zich prettig en veilig voelen. Iemand die ze ook buiten de reguliere afspraken om kunnen raadplegen.
Onderwerpen die aan bod kunnen komen, zijn: Hoe wil de patiënt dat de nazorg eruit ziet? Wat is het verschil tussen nazorg en nacontrole? Wie is het aanspreekpunt, welke afspraakmomenten volgen er en met welk doel en op welke manier vinden deze plaats? Bespreek vooral ook zaken als angst en onzekerheden. Een handige tool hiervoor is bijvoorbeeld de keuzehulp Nazorg Borstkanker.
3. Zie de patiënt als persoon
Tijdens de behandelperiode worden patiënten vaak aangesproken als patiënt. Patiënten zijn in de eerste plaats ‘gewoon mens’. Zij willen vooral bij de start van het nazorgtraject, aangesproken worden als persoon. Ze voelen zich dan gezien en gehoord.
Nazorg helpt patiënten zich voor te bereiden op het oppakken van hun leven en om te gaan met de (mogelijke) gevolgen van borstkanker en de behandelingen. Nazorg richt zich dan ook vooral op thema’s die belangrijk zijn voor de individuele persoon, zoals het gezin, relaties, financiën en werk.
4. Maak de nazorg op maat
Hoe je de nazorg inricht, is afhankelijk van de behandeling, de wens van de patiënt en zijn of haar behoefte aan hulp op psychisch, sociaal en lichamelijk gebied. De inrichting is ook afhankelijk van de mogelijkheden van de zorg binnen en buiten het ziekenhuis.
Door de behandeling(en), wensen en behoeften in kaart te brengen, kun je de nazorg goed laten aansluiten bij de individuele situatie van de patiënt. Wensen en behoeften kunnen veranderen, zeker als iemand (opnieuw) onder behandeling is. Blijf de behoeften daarom ook tussentijds monitoren en verwijs door als de gewenste hulp niet vanuit het ziekenhuis aangeboden kan worden.
5. Focus op het eerste jaar
Als de focus van de nazorg in het eerste jaar na de primaire behandeling ligt, geeft dat veel voordelen bij het fysieke en mentale herstel in de jaren na de behandeling. In het eerste jaar moeten eventuele veranderingen gemonitord worden. Juist dan hebben de patiënten de grootste behoefte aan informatie, begeleiding en verwijzingen. Stem de behoefte aan contactmomenten af met de patiënt.
6. Richt de nazorg in op terugkeer
Mensen die herstellende zijn van borstkanker(behandeling) pakken hun ‘gewone’ leven weer op. Vaak hebben zij hier in meer of mindere mate hulp en begeleiding bij nodig. Wanneer je als verpleegkundige zelf onderwerpen ter sprake brengt is het voor de patiënt makkelijker om behoeften bespreekbaar te maken. De hulp van de verpleegkundige kan variëren van een luisterend oor, concrete hulp of een ondersteuningstraject tot aan een doorverwijzing. Je kunt hiervoor een screeningsinstrument gebruiken zoals Oncokompas.
7. Stem af welk communicatiemiddel je gebruikt
In verband met werk en/of thuissituatie is het soms moeilijk voor patiënten en hun naasten om overdag naar het ziekenhuis te komen. Maak gebruik van de mogelijkheid om op een andere manier of ander tijdstip met elkaar te communiceren. Denk bijvoorbeeld aan telefonisch overleg, mailcontact of videobellen. Dit kan voor beide partijen prettiger en efficiënter zijn. Bespreek met elkaar de mogelijkheden en maak duidelijke afspraken.
8. Maak een nazorgplan dat overzicht en inzicht geeft
Wanneer alle afspraken in een (digitaal) nazorgplan staan, geeft dit overzicht en inzicht voor alle betrokkenen. Een handige tool hiervoor is Oncoline. Door de patiënt zelf eigenaar te laten zijn van dit plan en het bij ieder gesprek het plan door te nemen, help je de patiënt deelgenoot te zijn van haar of zijn eigen nazorgtraject.
9. Verwijs naar betrouwbare aanvullende zorg
Patiënten hebben vaak moeite met het vinden van betrouwbare aanvullende zorg. Je kunt hen dan op weg helpen. Op de Verwijsgids Kanker vind je adressen in de eerste- en de tweedelijnszorg. BVN biedt de patiënt betrouwbare informatie en contact met ervaringsdeskundigen. Bespreek ook de kosten van de hulp of zorg en raad patiënten aan hun zorgverzekeraar te vragen of de gekozen hulp of zorg vergoed wordt.
10. Overdracht naar de huisarts
Zorg voor een goede overdracht naar de huisarts. Laat patiënten deze overdracht zien en geef ze een kopie zodat ze deze zelf kunnen geven aan zorgverleners. In de overdracht staan ook gegevens over de medische behandeling.