Erfelijke aanleg voor borstkanker bij mannen
Erfelijke aanleg voor borstkanker bij mannen
Ongeveer 10% van de mannen met borstkanker heeft een erfelijke aanleg. Er is dan meestal sprake van een BRCA-genmutatie. Heel soms wordt erfelijke aanleg voor borstkanker veroorzaakt door andere genen, zoals CHEK2.
Mannen met een BRCA-mutatie hebben een verhoogde kans op borstkanker: ongeveer 7% bij een BRCA2-mutatie en circa 3% bij een BRCA1-mutatie. Ook lopen mannen met een BRCA2-mutatie bijna twee keer zoveel risico op het krijgen van prostaatkanker en is het risico op het krijgen van alvleesklierkanker met 5% verhoogd.
Een drager van een mutatie in het BRCA1-gen of BRCA2-gen heeft 50% kans om die mutatie aan zijn kind door te geven. Dit geldt zowel voor mannen als vrouwen.
Erfelijkheidsonderzoek
Met erfelijkheidsonderzoek kan je onderzoeken of er in jouw familie een erfelijke aanleg voor borstkanker voorkomt. Een klinisch geneticus voert dit onderzoek uit door samen jou de familiegegevens in kaart te brengen en het voorkomen van kanker in jouw familie in een stamboom vast te leggen.
Als er sprake is van een verhoogd risico op erfelijke borstkanker, kan de klinisch geneticus met bloedonderzoek mutaties in de genen opsporen.
Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek adviseert de klinisch geneticus welke familieleden ook erfelijkheidsonderzoek kunnen laten doen. En wat zij kunnen doen om het risico op kanker zo veel mogelijk te beperken.
Erfelijkheidsonderzoek gebeurt in klinisch genetische centra of poliklinieken voor erfelijke/familiaire tumoren. Hiervoor is een verwijzing van de huisarts of specialist nodig.
Lees meer over erfelijke aanleg voor borstkanker op de website van Stichting Erfelijke Kanker Nederland.