Hartfalen
Hartfalen
Door de behandeling van borstkanker wordt het hart van een klein van de patiënten beschadigd, met hartfalen als gevolg.
Bij hartfalen werkt je hart minder goed. Omdat het niet zo krachtig pompt, is er minder toevoer van bloed naar je organen en weefsels. Daardoor krijgen die ook minder voedingsstoffen en zuurstof. En daar kun je kortademig en moe van worden.
Vermoeidheid en kortademigheid
Hartfalen ontstaat bijna nooit tijdens de behandeling van borstkanker, maar pas jaren later. Als je last hebt van vermoeidheid en kortademigheid, ga je vaak eerst naar de huisarts. Het is goed om die te vertellen dat je behandeld bent voor borstkanker. De huisarts kan je doorsturen naar een hartfalenpoli.
Bestralen en chemotherapie
Bestraling, bepaalde soorten chemotherapie en doelgerichte therapie met trastuzumab (Herceptin®) kunnen het hart beschadigen.
Bestraling
Als je wordt bestraald, kan een deel van je hart in het bestralingsveld liggen. Op die plekken bestaat de kans dat ook de kransslagaders en hartkleppen bestraald worden. Dit kan het risico verhogen op hartschade.
Met een speciale ademhalingstechniek tijdens de bestraling, kun je het risico op deze hartproblemen verkleinen. Vraag een verpleegkundige om je deze techniek te leren voor je begint met de bestralingen. Lees verder over de breath-hold-techniek.
Chemotherapie
Ook chemotherapie kan voor schade aan de hartspier zorgen. Het gaat dan om specifieke middelen: adriamycine, epirubicine, docetaxel en cyclofosfamide.
Doelgerichte therapie
Bij gebruik van het medicijn trastuzumab is het risico op hartschade groter. Het neemt bovendien toe als je trastuzumab samen met de chemotherapie adriamycine gebruikt.
Als je trastuzumab gebruikt wordt de pompfunctie van je hart regelmatig gecheckt door middel van een echo. Mocht er sprake zijn van hartschade, dan kan je arts de behandeling stoppen. Dit kan tijdelijk zijn, maar soms moet je helemaal stoppen met de behandeling. Als blijkt dat je hart minder goed pompt, blijf je ook onder controle als de behandeling met trastuzumab is afgelopen. Natuurlijk is het ook belangrijk om zelf alert te zijn op klachten die horen bij hartfalen.
'Ik was al weken benauwd en de artsen dachten eerst aan problemen in mijn longen. Helaas werd pas later ontdekt dat de pompfunctie van mijn hart nog maar 21 procent was.'
Marian van Tussenbroek-van Dijk (60)
Zo herken je hartfalen
-
Kortademig zijn (als je je inspant)
-
opgezette benen en enkels, je lichaam houdt vocht vast
-
vermoeidheid
-
onrustig slapen
-
’s nachts vaak plassen
Dit zijn de klachten die het meest voorkomen. Andere klachten kunnen zijn:
-
hartritmestoornissen
-
opgeblazen gevoel en een moeilijke stoelgang
-
koude handen en voeten
-
vergeetachtigheid en gebrek aan concentratie
-
verminderde eetlust en toch zwaarder worden
-
prikkelhoest (vooral bij plat liggen)
Herken je de klachten die hierboven staan? Bespreek die dan altijd met de behandelend arts of met je huisarts. Trek ook aan de bel als je opeens last krijgt van: erge prikkelhoest, je benauwd voelen of piepend ademhalen. Dit zouden symptomen kunnen zijn van acuut hartfalen.
Risico op hartfalen
Wie na de behandeling van borstkanker last krijgt van hartfalen en wie niet, is niet goed in te schatten. Dat komt omdat het risico verschilt per patiënt en per behandeling. Bovendien krijgen veel patiënten een combinatie van behandelingen.
Daarnaast zijn er meer factoren die zorgen voor een vergrote kans op hartfalen:
-
Leefstijl: roken, overgewicht, een hoge bloeddruk en diabetes verhogen de kans op hartfalen.
-
Erfelijke aanleg voor hart- en vaatziekten
-
Leeftijd bij bestraling: hoe jonger je bent, hoe groter het risico op het ontwikkelen van hartfalen
-
Dosis chemotherapie: hoe hoger de dosis, hoe groter de kans op hartfalen
-
Combinatie van behandelingen: De kans op hartfalen wordt vergroot als je een combinatie van behandelingen die hierboven zijn genoemd, krijgt.
Zelf de kans op hartfalen verlagen
Het valt niet altijd te voorkomen dat je hartfalen krijgt als je bent behandeld voor borstkanker. Er zijn wel een paar dingen die je zelf kunt doen om zo het risico erop wat te verlagen:
-
Zorg dat je gewicht gezond is met een BMI dat onder de 25 ligt.
-
Gezonde voeding: zo min mogelijk verzadigd vet, weinig zout, veel groente en fruit en voldoende vezels. Lees verder over voeding.
-
Beweeg voldoende. Dat is minimaal een half uur per dag.
-
Drink geen alcohol of zo weinig mogelijk.
-
Als je rookt, stop daar dan mee want roken verhoogt het risico op hart- en vaatziekten en andere ziektes.
Wij zijn er voor jou!
Belangenbehartiging en verbetering van zorg gaan vaak niet over één nacht ijs, maar stap voor stap komen we verder. Zoals bij ons streven dat borstkankerpatiënten goede voorlichting krijgen over bestraling en de mogelijke gevolgen daarvan. Hier lees je daar meer over.